Overdaad schaadt of kostbaar geschenk: de zalving van Jezus

NGK Middelharnis https://ngkmiddelharnis.nl

I

Geliefden,

Dat is me toch wat. Ik weet niet of je wel eens een mevrouw bent tegengekomen die teveel parfum op had, maar dat is geen pretje. Ik heb wel eens in een treincoupé gezeten waarin zo’n dergelijke verschijning zat en dan moest je echt oppassen dat je daar niet op den duur helemaal misselijk van werd.

Moet je je voorstellen hoe de leerlingen het hebben ervaren toen bij de maaltijd Jezus overgoten werd met een parfum die denk ik ook te sterk was om nog lekker te zijn. Dat is toch een hele vreemde gebeurtenis? Je snapt toch wel dat de leerlingen dit verkwisting vonden? Het was teveel om nog lekker te ruiken. Vreemd toch? Vind je niet? Voor mij is deze gebeurtenis altijd een raadsel geweest. Wat gebeurt hier, waarom gebeurt dit, wat bedoelt Jezus met de verwijzing naar het graf. Ik bedoel, natuurlijk weet ik die het verloop ken dat Jezus een paar dagen later zal sterven. Maar waarom Jezus deze zalving verbindt aan zijn graf was me een raadsel. Maar het grootste raadsel is het volgende: volgens mij is dit de enige gebeurtenis waarvan Jezus zegt dat het nooit vergeten zal worden! Jezus zegt:

Matteüs 26:13 NBV: Ik verzeker jullie: waar ook ter wereld het goede nieuws verkondigd zal worden, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’

Waarom wil Jezus deze geschiedenis in de geschiedenisboeken hebben staan? Waarom moet ik dit weten, en jij, en jij en jij? Waarom moeten mijn kinderen deze mevrouw leren kennen? Probeert Jezus te zeggen: ten minste één die me wel waardeert? Het enige aardige in de laatste week van Jezus moet niet in de vergetelheid raken? Ik vind dat dé grote vraag: Waarom moeten wij dit nooit vergeten? Daar wil ik een antwoord op. Ik wil jullie vanmorgen het antwoord geven op de volgende vraag: Wat heeft die kostbare parfum te maken met jouw leven dat jij dit verhaal nooit meer mag vergeten?

Maar nu eerst de tekst:

II

Matteüs 26:6–16 NBV Toen Jezus in Betanië in het huis van Simon – degene die aan huidvraat had geleden – aanlag voor een maaltijd, kwam er een vrouw naar hem toe. Ze had een albasten flesje met zeer kostbare olie bij zich en goot die uit over zijn hoofd. De leerlingen ergerden zich toen ze dit zagen en zeiden: ‘Wat een verspilling! Die olie had immers duur verkocht kunnen worden, dan hadden we het geld aan de armen kunnen geven.’

Jezus hoorde het en zei: ‘Waarom vallen jullie deze vrouw lastig? Zij heeft iets goeds voor mij gedaan. Want de armen zijn altijd bij jullie, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. Door die olie over mij uit te gieten, heeft ze mijn lichaam voorbereid op het graf. Ik verzeker jullie: waar ook ter wereld het goede nieuws verkondigd zal worden, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’

Daarop ging een van de twaalf, die met de naam Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken  Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om hem uit te leveren.

III

Om deze tekst te begrijpen wil ik weer wat kapstokken aanreiken zodat je weet wat dit verhaal ons vertelt. We hebben dus een maaltijd waar van alles gebeurt. Misschien wel ter ere van Simon de Melaatse. Het feit dat hij hier zit, betekent dat hij niet meer melaats was. Hij woonde niet meer afgezonderd. Had Jezus hem eerder genezen en was het contact blijven bestaan? We weten het niet. Johannes vertelt dat het bij Lazarus was die opgestaan was uit de doden en ook in Bethanië woonde. Ik vermoed dat er een groep volgelingen was ontstaan die Jezus dus ontving. Maar wie er vandaag in de picture staat is die anonieme vrouw. Johannes zegt dat het Maria was, maar legt niet uit welke. Wat Matteüs vooral lijkt te doen is deze dankbare vrouw tegenover de verontwaardigde leerlingen plaatsen. Er gebeurt tijdens deze maaltijd van alles met de relatie tussen Jezus, de leerlingen en de vrouw.

Voor nu moet je weten wat zalven is en wat er aan de hand is met die olie. Allereerst het zalven. Het was bij officiële diners of feestmaaltijden gebruikelijk dat niet alleen de voeten van de gasten werden gewassen, maar ze ook een paar druppels geurende olie ontvingen. Die geurende olie verhoogde de feestvreugde. Parfum kon je toen niet zomaar kopen en was nog meer dan nu een luxeproduct. Je deed dat dus niet bij de eerste en beste maaltijd. Een andere gelegenheid waar werd gezalfd was wanneer er iemand overleden was. Door iemand met geurende olie te zalven kon je langer bij een dood lichaam blijven. Zeker in warme landen zonder moderne koelapparatuur was dit noodzakelijk. Welnu deze twee momenten lijken samen te komen tijdens deze maaltijd. Aan de ene kant wordt Jezus gezalfd aan de maaltijd, maar aan de andere kant is dat zo enorm veel dat je meer zou denken aan het balsemen van een gestorven lichaam.

De hoeveelheid is niet alleen erg groot — in Johannes 12:3 lezen we namelijk dat het om een litra ging, dat is niet een liter maar ongeveer 322 gram1Aldus in Bauer/Aland: Wörterbuch zum Neuen Testament —  maar deze olie was ook nog eens ongeveer de duurste parfum ter wereld. Nardusolie komt van de narduskruid. Een plantje dat tegenwoordig al zeldzaam is en alleen groeit op een hoogte tussen de 3000-5000 meter. Het groeit onder andere op het Himalayagebergte. Marcus weet te vertellen dat de hoeveelheid zo’n 300 denari bedroeg. 1 denari is een dagloon voor een arbeider dus vandaag zou een modaal inkomen van 34000 euro in de buurt komen. Tegenwoordig kost nardusolie dat niet meer, maar dan nog steeds kost 322 gram omgerekend 970 euro.

IV

Deze vrouw zalft Jezus dus met een jaarinkomen aan parfum. Dan snap je best dat de leerlingen dit een enorme verspilling vonden. Het is niet niks! Bovendien, zo rond de feestdagen staat de zorg voor de arme ook meer centraal, de vraag is legitiem. Kan dit niet beter naar de armen dan nu ineens over iemand te gieten. Man, het hele huis ruikt er nu naar. Wat een vreselijke overdaad. Je snapt de wrevel wel. Hoeveel armen hadden we hiermee niet kunnen dienen?

De Here Jezus is echter niet van deze verontwaardiging onder de indruk. Hij weet wat er komen gaat, en in deze gebeurtenis kan hij zijn leerlingen onderwijzen. De armen hebben jullie altijd bij jullie zegt Jezus, maar mij niet.

Matteüs 26:12 NBV Door die olie over mij uit te gieten, heeft ze mijn lichaam voorbereid op het graf.

Deze kostbare olie verwijst naar mijn kostbare dood. Hiermee gebeurt er iets heel bijzonders. Wat de leerlingen nu voor overdaad uitmaken, verspilling, verkwisting, dat verbindt Jezus nu aan zijn sterven! Hij verlegt de aandacht naar zijn sterven. Dus op formule: Kostbare parfum = kostbaar sterven

De parfum wijst vooruit naar zijn sterven. Is misschien dit de kern: jullie vinden het een vreselijke verspilling dat deze dure parfum over mij wordt uitgegoten, maar weet jij wat pas echt verspilling is? Mijn sterven! Weet je wat pas echt een overdaad is? Dat ik mijn leven overgeef aan de dood voor JULLIE. Jezus toont dat zijn vrijwillige offer voor jou aan een belachelijk pijnlijk kruis overdaad is.En dat brengt me op de doelstelling van deze morgen. We willen een antwoord krijgen op de vraag waarom Jezus wil dat jij dit verhaal onthoudt. Wat heeft die kostbare parfum te maken met mij? Deze kostbare olie, verwijst naar de kostbare dood van Jezus, dat weer verwijst naar hoe hoe kostbaar jij bent voor God. Jij bent Gods overdaad. 2Zie voor meer hierover: Samuël Wells, ‘Wees niet bang: met geloof je angst het hoofd bieden, H.30. Je gelooft me vast niet als ik vertel dat ik deze exegese eerder had dan dat ik Wells las 😉

Jij bent voor Jezus dus veel kostbaarder dan de duurste parfum. Jij bent zo kostbaar dat Jezus zijn leven aan jou heeft geschonken. Jij bent niet in geld uit te drukken, net zo min Jezus leven in geld uit te drukken is. Jezus zalft ons met Gods liefde. Psalm 23 gaat ineens meer spreken.

Psalmen 23:5 NBV U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, u zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.

De Here treft alleen maar vijandschap en op zijn best verontwaardiging aan. Deze vrouw lijkt meer te zien in Jezus dan de anderen. Zij vertelt ons dit evangelie: Jezus zalft ons met zijn sterven overvloedig met goedheid en liefde. Dat is op dat moment van groter belang dan de zorg voor de armen. Jezus zorg is voor de wereld.

V

Maar de arme mensen dan? Er is vandaag nog steeds zoveel ellende. Waarom doet God daar niet wat aan. Jezus heeft gelijk: de armen zijn altijd bij ons. Die verdienen toch ook Gods zorg? Waarom doet God daar niets aan? Dat doet hij wel, door zijn kerk:

Matteüs 25:40 NBV En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”

De armen zullen altijd in uw midden zijn.  En de oorzaak ligt in ons mensen zelf. De oorzaak ligt erin omdat wij meestal voor onszelf kiezen, omdat we gul zijn voor ons zelf, maar terughoudend naar de ander. Wij zijn niet verkwistend met goedheid zoals Christus ons toonde in zijn dood. Het tafereel aan de tafel spreekt wat dat betreft boekdelen. Waar de vrouw overdadig Jezus eer bewijst, komen de leerlingen er bekaaid van af. Volgens Johannes was er vooral voor Judas een speciale rol hierin. Judas schijnt vooral gemopperd te hebben en de anderen erin meegenomen te hebben. Terwijl, zegt Johannes, Judas zelf uit de centrale kas stal van de Jezus-groepering. Hij zag  al die denari liever in zijn eigen portemonnee terug. Iets ervan proef je bij Matteüs als Judas onderhandelt met de oudsten wat hij kan vangen om zijn vroegere Messias te verraden. Hij kiest eieren voor zijn geld.

Als je zo naar het tafereel kijkt wordt je stil. Jezus die zijn leven verkwist om mij te zalven met goedheid steekt schril af tegen mijn reserves om goed te doen. Hoe zit dat met jou? Hoe zie jij jezelf terug in de ogen van Jezus? Teresa van Ávila, een middeleeuwse vrouw en mystica schreef hierover zulke mooie woorden (DIA):

‘We zullen onszelf nooit kunnen kennen, tenzij we ons best doen God te kennen. Door zijn grootheid voor ogen te houden, zien we onze laagheid. In zijn puurheid zien we onze vuilheid. In zijn nederigheid zien we hoe weinig nederig wij zijn.’

En ik zeg erbij: in zijn gulheid, zien we onze gierigheid. In de zalving van de vrouw, zien we iets van Jezus gulheid. En in de zalving van de vrouw, zie ik iets van mijn eigen armoede. Echte bekering begint niet bij je eigen fouten, maar bij het zien van Gods goedheid

VI

Terug naar die overdadige parfum. Waarom moet jij dat nooit vergeten? Die overdadige parfum verwijst naar hoeveel jij waard was voor Jezus. Daarom wil Jezus dat dit verhaal altijd wordt verteld wanneer we het goede nieuws over Jezus vertellen. Voor jou heeft God geen kostbare parfum verspild, maar wel het onbetaalbare leven van Jezus. Probeer dat maar te onthouden als je deze week parfum ruikt. En als ik er dan nog een praktische opmerking aan mag toevoegen: probeer in je daden net zo lekker te ruiken voor die wereld in nood.

Amen