Vroeger ging ik niet zoveel uit. En dat had een reden. Ik had geen zin in dansen. Naja, dansen… je weet wel dat bewegen op muziek zoals dat gaat in de Nederlandse uitgaanswereld. Maar goed soms ontkwam ik er niet aan om mee te gaan en dan begon de strijd. Ga ik nu wel of niet die dansvloer op. Ik dronk te weinig om mijn verstand uit te zetten en ik wist gewoon dat ik geen pasjes beheerste. Nu doen dat de meeste mensen niet, maar dat zag ik niet. Ik keek naar die paar trucjes die ze wel konden. Wat ik dan vaak deed was even 3 minuten meedoen met een nummer waar je alleen hoefde te springen, om vervolgens mijn snor te drukken aan de rand van de dansvloer. En daar stond ik dan. Met een biertje in mijn hand proberen mijn stoerste staande houding aan te nemen en met mijn hoofd een beetje mee te deinen. Maar echt leuk was dat natuurlijk niet. En dan zei ik in mijn hoofd: “kom op joh, gewoon even er doorheen, doe op je gekst en heb een leuke avond”, maar dan zei mijn hoofd toch weer… hmneeh. Dus bleef ik achter aan de rand van de dansvloer. Ik durfde niet in te stappen, ik kon me er niet aan overgeven. Terwijl als ik dat wel kon ik best lol had kunnen hebben.
Dat was dus het punt. Stap je in, geef je je over en geniet je van het feestje, of blijf je achter. Nu vind je dit misschien een plat voorbeeld in een preek. Maar het was het beeld dat bij mij opkwam toen ik nadacht over het incident in Nazareth waar Jezus zijn kortste preek ooit hield. Nazareth staat voor de vraag: stap ik in, of blijf ik achter. Stap ik in en geloof ik Jezus woorden en leef ik daar vanuit, of blijf ik achter?
Voor ons is dat evengoed de vraag. Stap jij in of blijf jij achter? Instappen is dat je je overgeeft aan Jezus woorden, hem vertrouwt en achter Jezus aangaat. Achterblijven is dat die woorden niet de connectie maken met je leven. Je kan namelijk van Jezus horen, of over hem lezen, maar het naast je neerleggen. Je voelt jezelf er niet bij inbegrepen.
Je kan ook Jezus leren kennen, geloven maar toch niets van merken. Het lijkt wel of je in een parallelle wereld leeft: eentje waarin je gelooft in God, in Jezus en in Zijn bedoeling, en je dagelijkse leven in deze maatschappij waar het leven vooral draait om het hier en nu. Kees van Ekris noemde dat eens in een lezing waar ik was “innerlijke secularisatie.” Je merkt in jezelf een ongelovig ik op die soms steeds nadrukkelijker in je begint te spreken.
Wat ook kan, dat je voor je gevoel bent ingestapt en er helemaal voor gaat. Overtuigd van Gods Koninkrijk ga je er vol voor, vol vuur, plannen, trouw en toch… aan het einde ben je uitgeput en teleurgesteld vanwege de harde werkelijkheid van dit leven. Voor je gevoel was je ingestapt in Gods toekomst maar aan het einde bleef je gedesillusioneerd achter.
Stap je in Jezus plan, of blijf je achter. Eerst een paar verzen beginnend bij de tekst uit Jesaja 61 die Jezus in de synagoge leest:
Lucas 4:18–22 NBV18 ‘De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, 19 om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ 20 Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op hem gericht. 21 Hij zei tegen hen: ‘Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.’ 22 Allen betuigden hem hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden, en ze zeiden: ‘Dat is toch de zoon van Jozef?’
Het bezoek aan Nazareth, het dorp waar Jezus opgroeide, markeert in Lucas het begin van Jezus prediking en werk. We lezen in vers 14 en 15 dat Jezus begint aan zijn werk in de omgeving in Noord-Israël en Nazareth valt onder die rondreis. Het blijft bijzonder dat de Redder begint in het onbelangrijke buitengebied van Israël. Het is een teken dat Jezus op een geheel andere manier naar macht kijkt. Hij lijkt geïnteresseerd te zijn in mensen niet in tel. Sterker nog, hij is zélf opgegroeid in een onbelangrijk dorp dat in Gods ogen dus niet onbelangrijk is. Hij is zelfs zo gering dat mensen niet kunnen geloven dat hij de beloofde Messias is. Zijn afkomst mag ons dan aantrekkelijk in de oren klinken omdat wij het verloop kennen, maar het vormde in zijn dagen het grote probleem waar de mensen over struikelden. Let maar eens op hoe ze reageren op Jezus preek.
Jezus heeft zojuist een tekst gelezen uit de profeet Jesaja. Deze profetie werd gezien als een van de belangrijke aankondigingen dat God een plan had voor Israël. God zou iemand aanstellen om Israël te bevrijden. Er zou een gezalfde komen die het volk zou redden en herstellen. Iemand die gezalfd is = is iemand die officieel door God is gestuurd. In het Grieks Christus, in het Hebreeuws Messias. Het waren de koningen, de profeten en de priesters die deze wijding en zalving ontvingen. Maar deze beloofde Messias was in alles meer dan zijn voorgangers. Deze zou ingrijpen op een veel wonderlijkere en ook blijvende manier. Hij gaat alles op aarde rechtzetten. Armen ontvangen goed nieuws, gevangenen worden bevrijd, blinden de ogen geopend maar bovenal: een genadejaar van de Heer. Het goede leven wordt definitief hersteld. Daar ging het over. En nu zei Jezus dus in de synagoge: die gezalfde dat ben ik. Korter kon niet.
En de mensen zijn helemaal verwonderd en verblijd zo lijkt. Het roept het diepste verlangen op van het volk en nu beweert iemand dat die tijd gekomen is! Mensen zijn verwonderd en nieuwsgierig maar daar blijft het niet bij. Er is iets met deze Jezus, want ze vragen zich verbaasd af “of dat niet Jezus de Zoon van Jozef is.” Hij komt toch uit ons dorp? Wat meent die man wel niet. Er ontstaat kortsluiting in de hoofden van de Nazareners. Hij is één van hen en Hij beweert nu de beloofde Messias te zijn.
Tussen Jezus krachtige claim en zijn afkomst zit een kloof. Een kloof die de Nazareners stoort. Hoe kan iemand uit ons onbekende dorpje nu beweren de beloofde Messias te zijn? Hij heeft niet eens een voorname afkomst, hij mist legers, hij mist aanzien, hij mist aanhang. De mensen zijn in de war en ze willen hem niet geloven. Niet onlogisch als je bedenkt welk beeld de mensen hadden van hun redder en hoe Jezus eruit zag. Staat dat niet al in Jesaja 53 dat de knecht van de Heer juist niet in aanzien stond, maar veracht werd onder de mensen? Mensen verwachten van een held dat hij krachtig is en stoer. Mensen verwachten dan niet een of andere dorpsgenoot. De kloof is te groot. De dorpsgek is hij, niet de gezalfde.
Zo’n kloof zal jij denk ik ook wel eens ervaren hebben. Aan de ene kant hoor je in de Bijbel mooie woorden over redding, over het vrederijk, over herstel, over verzoening, over genezing, over nieuw leven, over Gods liefde maar aan de andere kant is daar altijd weer de harde werkelijkheid. De verbinding die jij niet weet te maken tussen leven met God en het gewone leven, de teleurstellingen in dit leven, de relaties die niet worden hersteld ondanks alle inzet. Ook wij kennen de kloof tussen de mooie woorden en de harde wereld waarin wij leven.
En wat doe je dan? Stap je in? Of blijf je achter. Als je achterblijft dan vergaat het je net als in Nazareth. Je haalt je schouders op, of je wijst Jezus zelfs af. Je wordt alleen maar bevestigd dat het christelijk geloof niets voortbrengt en geen wezenlijke verandering of verbetering aan je leven geeft. En als je dan ook nog eens ontdekt dat Jezus vraagt Hem na te volgen in zijn weg van nederigheid is je trek helemaal weg. Ongeloof blokkeert Jezus werk in jou. Dat klinkt hard, maar in een ander evangelie staat niet voor niets dat Jezus ergens geen wonderen kon doen vanwege ongeloof. Ongeloof kan God blokkeren. Sta dan niet verbaasd dat je niets van God merkt in je leven. Zonder een relatie met de levende zal je hem niet ontmoeten in je leven.
Maar wat als je nu eens wel instapt? Wat als Jezus het echt meent wat hij predikt en Hij ook echt is wie hij zegt te zijn? Wat als Hij echt de Zoon van God is, de Zoon van de Vader, de Schepper en zijn Woord. Wat als Jezus echt de hoogste Koning is die in onze wereld de eenvoud zocht om jouw eenvoudige leven te delen? Stel je eens voor dat Jezus echt de machtigste ter wereld is maar die macht gebruikt om jou te dienen en dat hij daarom goed nieuws heeft voor arme mensen en voor mensen met een gebroken hart? Mensen die juist niet in tel zijn, zoekt jij op. De losers, de verliezers, de mensen aan de rand van het actieve leven.
Wat als Jezus echt gevangenen bevrijdt uit bijvoorbeeld de gevangenis van de overtuigingen waarin je leeft? Bijvoorbeeld voor die Chinese arbeider die alleen maar hoort dat de communistische partij jou het eeuwige leven geeft? Of die 30-jarige moeder in Nederland die gevangen zit in de verwachtingen die ze om haar heen ziet en leest? De verwachtingen van perfectie en succes? Of de gevangenis wat jouw vrienden van je vinden of dat je wel deugd met de meningen van vandaag? Of de gevangenis van je verslaving? Wat als hij echt blinden heeft genezen en nog kan doen? Wat als de genezing van iemand die echt blind is tegelijkertijd symbool staat voor onze geestelijke blindheid? Dat wij namelijk vaak blind zijn voor Gods aanwezigheid in ons leven? Dat er een blindheid is die ons niet de rijkdom van God doet zien? Wat als Jezus onze ogen opent dat Hij dag aan dag ons draagt en met ons wandelt en zelfs door de diepste dalen onze handen vasthoudt? Wat als Jezus ons daarvan geneest en wat als de weg van afsterven aan je eigen Koning Ik, nu eens de weg is naar het diepste geluk en vreugde?
Wat, en dit vooral, als het genadejaar van de Heer betekent dat God naar ons omziet en betrokken wil zijn op jouw leven? Wat als de enige stap is die jij moet maken is dat je ook echt Hem betrekt in je leven van elke dag? Dan verandert misschien niet meteen de situatie. Je zou dan nog steeds de harde werkelijkheid om je heen zien en ervaren, maar dan is toch alles anders. Dan blijkt zomaar dat er helemaal niet zo’n grote kloof is tussen Jezus afkomst, zijn nederige weg van het lijden en de harde werkelijkheid. Dan blijkt dat de Allerhoogste Heer zich niet teveel voelde om onze ellende op zich te nemen en nu als opgestane Koning met je meevoelt en je als een Herder zal weiden zodat je nooit tekort komt! Zijn eenvoud is onze eenvoud die hij op zich nam. Zijn nood is onze nood die hij droeg. Zijn dood is onze dood die hij doorging. Ons leven is geschonken leven uit Zijn hand? Als dit alles war is dan hebben wij aan de ene kant de machtigste koning en anderzijds de meest dienstbare knecht, de leeuw en het lam.
En die Koning en die Knecht is betrokken op ons leven en zijn Koninkrijk begint daar waar jij hem laat regeren in je leven.
Ik moet denken aan een zuster op leeftijd die ik eens bezocht op haar verjaardag. Ze zei tegen me: “Natuurlijk ben je soms nijdig dat je ouder wordt, maar weet u, dan bid ik en dan krijg ik echt nieuwe kracht! Dan kan ik weer verder” Ik denk aan een broeder die meerdere keren mocht ontdekken dat God zijn gebeden heel concreet verhoorde en hoe dat zijn geloof gesterkt had in Gods bemoeienissen met hem. Ikzelf werd ontdekt aan mijn eigen blindheid om God te zien in mijn leven, simpelweg omdat ik ook niet met hem wandelde. Ik mocht de vreugde weer proeven dat het Koninkrijk van God is dat ik elke dag in zijn liefde mag staan en eruit mag leven. Het is echt ongekend als je gaat vertrouwen dat Jezus die deze woorden zegt de opgestane Heer is die in het hier en nu begaan is met zijn leven en dat Hij je alles wil geven om een leven tot zijn eer te leven.
De situatie is nog hetzelfde in al deze mensenlevens. De wereld is gebroken, en wij doen mee met die gebrokenheid. Maar weet je: Hij is erbij en met Hem mag ik alles delen ook alle machteloosheid om de harde werkelijkheid, ook je falen, ook je vragen, ook je niet weten.
Geliefden, dat is de preek vanmorgen: Stap je in, of blijf je achter. Misschien kan je beginnen met instappen door Jezus beloften te horen alsof hij dat tegen jou zegt! Misschien kan je instappen door te geloven dat Jezus liefde alles geeft wat je nodig hebt! Stap in en deel je leven met Jezus en vraag wat Hij wil, wees jezelf en vraag of God dat gebruiken wil.
Stap je in?
Amen